Mijn verkenning van het Ameritrash-genre begint bij Talisman. Een speler uit mijn spellengroepje nodigde mij bij hem thuis uit om met een aantal andere fanaten dit varkentje eens te komen wassen. Er was daarvoor een complete zondag ingeruimd want, zo werd mij verteld, het zou wel eens een lange zit kunnen gaan worden. Nu schrik ik daar persoonlijk niet zo van, dus nam ik de uitnodiging met beide handen aan, en stapte ik die betreffende zondag goedgemutst op de fiets op weg naar een nieuwe ontdekking op mijn expeditie.
Mijn eerste indruk toen ik het spel zag liggen was...WOW!!... Daar lag Talisman fourth edition, inclusief uitbreidingen The Dungeon, The Reaper, The Frostmarch, The Highland en The Dragon in al zijn glorie over 2 tafels uitgespreid. Een centraal spelbord, 2 zijborden, verschillende stapels kaarten elk zo groot als mijn complete Munchkin verzameling, fisches, counters, plastic figuurtjes, dobbelstenen... Man, dit kon inderdaad wel eens een lange zit gaan worden! Gelukkig had ik de instructiefilmpjes van Nox's Spellenzolder uitvoerig bestudeerd en kende ik in ieder geval de bedoeling van het basisspel. Het enige wat me nog uitgelegd moest worden waren de uitbreidingen. Ik ging er maar even voor zitten.
Tegen verwachting in bleek dit niet eens zo superingewikkeld te zijn, dus mocht ik snel mijn karakter kiezen. Want ja, in Talisman speel je een karakter, in Fantasy-stijl, die een avontuur gaat beleven. Ongeveer standaard Ameritrash dus. Het doel van het te beleven avontuur was in ons geval zo sterk te worden dat je de drakenkoning kon verslaan die het midden van het spelbord tot zijn thuis had gemaakt. Maar, wilde je wat anders, zeg, een tripje naar de Highlands maken, dan was dat ook prima hoor. En mocht je onverhoopt ergens onderweg sterven, dan begin je toch gewoon een nieuw avontuur met een ander karakter? De keuze is aan u.
Ok, eerst maar eens een karakter kiezen dan. Ik kreeg een stapel karakterkaarten in mijn handen waar qua aantal kaarten een gemiddeld magic-deck ongeveer 3x in past. Hmm, uitkiezen werd dus maar gewoon schudden en at random eentje pakken. En... wat een geluk, ik transformeerde in een beeldschone priesteres.
Talisman is eigenlijk gewoon ganzenborden (je hebt gelijk Nox!). Je gooit een dobbelsteen en mag het aantal geworpen ogen vooruit op het spelbord. Je komt op een vakje, en doet wat er op het vakje staat. Dat is 9 van de 10 keer hetzelfde: trek een avonturenkaart. Tot nu toe vrij simpel en straightforward. Maar dan slaat het (nood)lot genadeloos toe. Er kan alles, echt van alles met je karakter gebeuren. Of je nu wil of niet, er staat ineens een monster voor je neus of je valt in een gat en komt in een kerker terecht, of je wordt bestolen van al je goud. Verzin het maar. Je hebt dus totaal geen invloed op wat er met je gaat gebeuren. Enige planning is dan ook niet te maken, en over tactische keuzes zullen we al helemaal maar zwijgen. Zelfs met ganzenborden is nog beter in te schatten wat je te wachten staat. En of dat nog niet genoeg is, wordt er ook nog eens met de dobbelsteen gegooid om een bepaalde uitkomst te genereren. Niets autonomie, Koning Willekeur regeert!
Als ik in een recensie lees dat ik als speler totaal geen invloed heb op het verloop van het spel, dan haak ik meestal direct af. De tacticus in me stribbelt tegen. Bij Talisman is dat ook zo. De totale randomness is iets waar ik (en veel spelers met mij) niet tegen kan. Ik vond dat dus ook echt een minpunt. Het leidde die zondag zelfs regelmatig tot welgemeende frustratie. Weer een 1, tsjongejonge, ongelofelijk, weer een kracht 10 draak... Nee, hoe kun jij nou elke keer wel een zes gooien en ik niet!!! Het zal mij niet verbazen dat menig potje Talisman uitgemond is in het overgefrustreerd weglopen van 1 of meerdere spelers, met het nodige smijt en vliegwerk van onschuldig spelmateriaal op de koop toe.
Bij ons liep het niet zo hard die zondag, maar stak een ander berucht fenomeen de kop op. Het runaway-leadersyndroom. Een van mijn medespelers werd zo sterk, dat niets of niemand hem nog kon tegenhouden. Op zijn dooie akkertje doorliep hij het spel en wist met ruime voorsprong het spel te winnen. Wij, als overige spelers kwamen niet eens in de buurt. Ook hier staat geluk en willekeur aan de basis. Je zal maar een item vinden die je aanvalskracht tegen draken verdubbelt, terwijl je toevallig net alleen maar draken tegenkomt in het spel. Je wint, wordt sterker, wint het volgende gevecht makkelijker, wordt weer sterker, waardoor je het volgende gevecht ook makkelijk wint en ga zo maar door. Een positief soort sneeuwbaleffect zeg maar. Voor de gelukkige vinder dan. Het komt voor de overige spelers niet ten goede aan de spelbeleving. Ok, winnen gaan we niet meer, dan maar voor de 'lol' die kerker in, is ook niet echt dat je zegt van 'yeah!'.
Toch heb ik van deze zondag genoten. Ondanks de bovengenoemde minpunten, heeft Talisman me wel gesmaakt. Ik denk dat vooral de grootsheid, het epische me aantrok. Het 'spel' Talisman krijgt van mij een dikke onvoldoende. Het is de beleving die Talisman te pruimen maakt. En is dat niet net precies waar ik naar op zoek was? De beleving, de sfeer, de fantasie? Ja, maar toch blijft de nasmaak van het spelaspect hangen. Speelbeleving? Ja. Maar het is gewoon geen spel. Geen keuzes, geen tactiek. Het is het volgen van de dobbelsteen. Mens-erger-je-niet.
Wil ik Talisman nog een keer spelen? Ja. Sterker nog, ik kijk al weer uit naar de volgende keer. Maar niet volgende week. Of zelfs volgende maand. Nee, 2x per jaar is zo'n beetje wel genoeg. Talisman is net sushi. Je kijkt er bij de reservering geweldig naar uit, maar als je het restaurant uitloopt, heb je voorlopig genoeg gehad.
vrijdag 20 juli 2012
vrijdag 6 juli 2012
Expeditie Ameritrash - Proloog
Nederland hoort bij Europa. Dat is duidelijk. Het is dus niet zo gek dat we in Nederland dan ook voornamelijk eurogames spelen. Kort gezegd zijn eurogames bordspellen waarbij er tactisch, zonder dobbelstenen, met gekleurde blokjes, over een al dan niet gezamenlijk speelbord heen en weer geschoven wordt, met als doel om zoveel mogelijk overwinningspunten te verzamelen. Wat die blokjes voorstellen, kan nogal eens verschillen. De ene keer zijn het boomstammen, de andere keer schapen, dan weer ridders of tenslotte zelfs circusbenodigdheden. Het thema kun je wisselen, maar blokjes blijven blokjes.
Uiteraard is dit kort door de bocht. Het is maar even voor uw beeldvorming. Het gaat er om dat deze eurogames zijn bedacht door Europese spellenontwerpers. Vandaar ook de naam eurogames. Een betere naam zou eigenlijk germangames zijn, want van de Europese spellenontwerpers heeft zeker de helft de Duitse nationaliteit. En aangezien wij weer een buurlandje van Duitsland zijn, is het niet zo gek dat we in Nederland dus dan ook voornamelijk eurogames spelen. Toch?
Waarom, vraag ik me af, werd ik dan op 10 jarige leeftijd voor het eerst verliefd op een bordspel genaamd Starquest?
Natuurlijk, het was 1991, jaren voordat de Kolonisten van Catan de wereld zouden veroveren, en de standaard voor de nieuwe generatie eurogames zette, maar toch... Starquest? Starquest is namelijk helemaal geen eurogame. Bij verre na zelfs. Eerder het tegenovergestelde. Wat dan wel? Nou dit: een duidelijk gevalletje ameritrash. Hoewel dit in eerste instantie misschien negatief klinkt (en ook zo bedoeld was) is dit heden ten dage de algemeen geaccepteerde term voor spellen waarin je een held bent, een rol speelt, een miniatuurtje hebt, thematische avonturen beleeft en vooral ook veel met dobbelstenen gooit.
Starquest, ik kreeg het voor mijn verjaardag van mijn ouders, die totaal geen verstand van spelletjes hadden. Maar wat sloegen ze toen onwetend de spijker op de kop. Ik heb 's avonds in mijn bed, uren en uren in het spelregelboekje gelezen. Er zat zelfs een apart scenario-boekje bij! Er werd dan een verhaal verteld, en ik zou in dat verhaal gaan spelen, en dan gaan beslissen wat de uitkomst van het verhaal zou worden. Zou het goed aflopen? Of slecht? Dat hing dus van mij af. En... je kon de slechte spelen. De slechte! Ik weet nog dat ik dat geweldig vond. Ik was de slechte, de overlord, de dungeonmaster, de spelmeester! Maar vooral omdat ik dan veel verschillende miniatuurtjes had, met allerlei verschillende statistiekjes, die allerlei verschillende dingen konden doen, die ik allerlei verschillende dingen kon laten doen...
Ik geloof dat ik nooit scenario 1 heb uitgespeeld. Op de een of andere manier snapten de andere kinderen er niks van, of het duurde te lang, of er was niemand die net zo bezeten was van dit spel als ik, om het mee te spelen... Ik meen me zelfs te herinneren dat ik ooit een parodie op het spel heb gezien of gelezen, waarin het spel uit de doeken werd gedaan als vaag en onbegrijpelijk. Wat misschien ook wel zo was. Toch heb ik het spel in mijn hoofd honderd keer gespeeld. Ik heb tactieken bedacht, space-marine admiraals uitgeschakeld en grootse overwinningen behaald. En daar is het bij gebleven.
Want in de jaren daarna kwam de eurogame op. En ben ik eurogames gaan spelen. Niets mis mee. Goede en vooral ook leuke spellen, die ik nog steeds met veel plezier speel. Maar zo verliefd als ik was op Starquest, ben ik nooit meer op een spel geweest. Nou vooruit, misschien op Agricola dan... in het begin, maar dan toch zeker minder heftig.
Ik wil die liefde terug. Dat ultieme ameritrash gevoel. Ik heb in mijn puberjaren nog eens een zijstapje naar Warhammer gemaakt. Ik ontdekte toen dat ik het fantasy-thema nog geweldiger vond dan het space-thema. Maar het was te duur, en altijd maar dat verrekte schilderen. En ook met Warhammer kwam het tot een echte battle nooit.
Ik wil die liefde terug. En ik wil die liefde spelen. Dus ga ik met dit blog op een zoektocht. Een expeditie. Een ontdekkingstocht naar ander, nieuw, ameritrash. Ik wil ontdekken wat mijn interesse wekte voor Starquest. Ik wil ontdekken op welke spellen ik verliefd zou worden als ik nu, anno 2012, 10 jaar oud zou zijn. En ik neem jullie mee.
Uiteraard is dit kort door de bocht. Het is maar even voor uw beeldvorming. Het gaat er om dat deze eurogames zijn bedacht door Europese spellenontwerpers. Vandaar ook de naam eurogames. Een betere naam zou eigenlijk germangames zijn, want van de Europese spellenontwerpers heeft zeker de helft de Duitse nationaliteit. En aangezien wij weer een buurlandje van Duitsland zijn, is het niet zo gek dat we in Nederland dus dan ook voornamelijk eurogames spelen. Toch?
Waarom, vraag ik me af, werd ik dan op 10 jarige leeftijd voor het eerst verliefd op een bordspel genaamd Starquest?
Natuurlijk, het was 1991, jaren voordat de Kolonisten van Catan de wereld zouden veroveren, en de standaard voor de nieuwe generatie eurogames zette, maar toch... Starquest? Starquest is namelijk helemaal geen eurogame. Bij verre na zelfs. Eerder het tegenovergestelde. Wat dan wel? Nou dit: een duidelijk gevalletje ameritrash. Hoewel dit in eerste instantie misschien negatief klinkt (en ook zo bedoeld was) is dit heden ten dage de algemeen geaccepteerde term voor spellen waarin je een held bent, een rol speelt, een miniatuurtje hebt, thematische avonturen beleeft en vooral ook veel met dobbelstenen gooit.
Starquest, ik kreeg het voor mijn verjaardag van mijn ouders, die totaal geen verstand van spelletjes hadden. Maar wat sloegen ze toen onwetend de spijker op de kop. Ik heb 's avonds in mijn bed, uren en uren in het spelregelboekje gelezen. Er zat zelfs een apart scenario-boekje bij! Er werd dan een verhaal verteld, en ik zou in dat verhaal gaan spelen, en dan gaan beslissen wat de uitkomst van het verhaal zou worden. Zou het goed aflopen? Of slecht? Dat hing dus van mij af. En... je kon de slechte spelen. De slechte! Ik weet nog dat ik dat geweldig vond. Ik was de slechte, de overlord, de dungeonmaster, de spelmeester! Maar vooral omdat ik dan veel verschillende miniatuurtjes had, met allerlei verschillende statistiekjes, die allerlei verschillende dingen konden doen, die ik allerlei verschillende dingen kon laten doen...
Ik geloof dat ik nooit scenario 1 heb uitgespeeld. Op de een of andere manier snapten de andere kinderen er niks van, of het duurde te lang, of er was niemand die net zo bezeten was van dit spel als ik, om het mee te spelen... Ik meen me zelfs te herinneren dat ik ooit een parodie op het spel heb gezien of gelezen, waarin het spel uit de doeken werd gedaan als vaag en onbegrijpelijk. Wat misschien ook wel zo was. Toch heb ik het spel in mijn hoofd honderd keer gespeeld. Ik heb tactieken bedacht, space-marine admiraals uitgeschakeld en grootse overwinningen behaald. En daar is het bij gebleven.
Want in de jaren daarna kwam de eurogame op. En ben ik eurogames gaan spelen. Niets mis mee. Goede en vooral ook leuke spellen, die ik nog steeds met veel plezier speel. Maar zo verliefd als ik was op Starquest, ben ik nooit meer op een spel geweest. Nou vooruit, misschien op Agricola dan... in het begin, maar dan toch zeker minder heftig.
Ik wil die liefde terug. Dat ultieme ameritrash gevoel. Ik heb in mijn puberjaren nog eens een zijstapje naar Warhammer gemaakt. Ik ontdekte toen dat ik het fantasy-thema nog geweldiger vond dan het space-thema. Maar het was te duur, en altijd maar dat verrekte schilderen. En ook met Warhammer kwam het tot een echte battle nooit.
Ik wil die liefde terug. En ik wil die liefde spelen. Dus ga ik met dit blog op een zoektocht. Een expeditie. Een ontdekkingstocht naar ander, nieuw, ameritrash. Ik wil ontdekken wat mijn interesse wekte voor Starquest. Ik wil ontdekken op welke spellen ik verliefd zou worden als ik nu, anno 2012, 10 jaar oud zou zijn. En ik neem jullie mee.
Abonneren op:
Posts (Atom)