Solo (dat is voor de goede orde: alleen) een bordspelletje spelen is op zich best wel een sneue aangelegenheid. Als je niet beter zou weten zou je denken dat diegenen die solo een bordspelletje spelen in het algemeen geen sociaal leven hebben en dus genoodzaakt zijn op een achteraf zolderkamertje, aan de speeltafel, moederziel alleen, aan hun bordspeltrekken moeten zien te komen. Best een genante situatie. Om toe te geven dat je af en toe solo speelt is voor de gemiddelde bordspelspeler dan ook niet altijd even gemakkelijk. Zelfs tegenover andere bordspelspelers kun je beter, uit vrees voor smalend hoongelach, je wekelijkse solo-escapades maar liever voor je houden. Maar nu niet meer. Er is nu een reden om met volle glorie uit de solo-kast te komen: Mage Knight Board Game.
Mage Knight is een bordspel ontworpen door Vlaada Chvatil voor 1 tot 4 spelers. Dus mocht je toch nog je twijfels hebben over het solo-en, je hebt in ieder geval het excuus dat je dit spel technisch gezien met meerdere personen kunt spelen. Natuurlijk hou je stil dat je best wel weet dat dit gewoon een verkooptrucje is en dat het hier wel degelijk om een eenpersoonsspel in schaapskleren gaat. Maar je hoeft je echt niet te schamen. Je haalt met Mage Knight wel het beste en meest intrigerende solospel binnen, wat er op de hedendaagse markt te krijgen is. Je mag er met recht trots op zijn deze topper aan je collectie toe te voegen.
Maar waarom dan de moeite nemen om tot 4 spelers op de doos te zetten? Mage Knight is wel degelijk met meer dan 1 te spelen. Alleen moet je, voordat je hieraan begint, een aantal beren van de weg schieten. Zo is het spel in feite een grote optimalisatiepuzzel, waarbij directe confrontatie met je tegenstanders, hoewel mogelijk, zeldzaam zal zijn. Je speelt feitelijk dus nog steeds in je eentje. (multiplayer solitaire!) Op zich niks mis mee, maar verwacht geen knallende interactie. De tweede beer is een grote: Mage Knight duurt lang. Solo duurt het spel al ruim 3 uur. Verdubbel de tijd als je met twee bent. Over de tijd die je dan relatief kwijt bent met 3 of 4 personen, hoef ik het dan niet te hebben. En dan is de tijd die je nodig hebt om het spel te leren nog niet eens meegerekend. Jawel, zie hier de derde beer: de steile leercurve. Want je kunt er van uit gaan dat je, nadat je de regels uitvoerig bestudeerd hebt, het regelboek tijdens je eerste spelsessie nog minstens 10x zal moeten raadplegen. Om er na je eerste zwaarbevochten overwinning (of nederlaag) achter te komen dat je alsnog stiekem vals hebt gespeeld, want je was dat ene regeltje toch nog vergeten. Zien jij en je potentiele medespelers in deze beren geen gevaar, dan is de weg vrij naar de meest weergaloze en intrigerende puzzelervaring van je leven.
Want ik noemde het al. Mage Knight is in feite een optimalisatiepuzzel. Maar wat voor eentje! In een exotische combinatie van deckbuilding, handmanagement en RPG elementen, gedrenkt in high fantasysfeer, probeer je jouw hand en jouw karakter zo uit te spelen dat je elke beurt weer het meeste uit je mogelijkheden haalt. De uitdaging bestaat uit het spelen van kaarten om zo op het zich ontvouwende speelbord, de meest effectieve manier uit te vogelen om jouw karakter klaar te stomen tot grootse daden. Bij de start van het spel is jouw karakter niet meer dan een standaard (anti)held, met wat basale vaardigheden. In de loop van het spel ontwikkel je je karakter met het verkrijgen van sterkere vaardigheidskaarten en verzamel je troepen om je heen om je te assisteren bij je daden. Dit gebeurt op zo'n welhaast naadloze manier dat je ongemerkt steeds sterker wordt, tot je uiteindelijk bij je doel aankomt. De stad die je moet veroveren. Deze stad is de ultieme boss en zal het uiterste van je tactische mogelijkheden halen om hem te kunnen veroveren.
De kracht van het spel zit hem in de vele wegen en mogelijkheden die je tot je beschikking hebt om je pad naar het einddoel te banen. De afwegingen en beslissingen die je hierbij elke beurt weer maakt, bepalen ieder mee tot de verdere ontwikkeling van je karakter en je uiteindelijke overwinning of onvermijdelijke teloorgang. Ga je linksaf naar die zwaar bewaakte Mage Tower waardoor je straks magische spreuken tot je beschikking hebt, of rechtsaf naar die Keep waar je na verovering sterkere troepen kunt recruteren en meer kaarten mag trekken, of toch rechtdoor, om te kijken of er achter dat bos misschien een Monastery ligt waar je je vaardigheden kan trainen? Het spel vloeit in een prettige flow van dag naar nacht waarin je overdag gebruik kan maken van gouden mana (jokerkleur), en 's nachts met zwarte mana vernietigende spreuken kan uitspreken. Mana is in Mage Knight het 'betaalmiddel' en bestaat in 4 kleuren. Rood, blauw, groen en wit. Elke kleur heeft zijn eigen mogelijkheden en komen overeen met de kleuren van de kaarten in je hand. Met behulp van mana in de juiste kleur, kun je de acties op je kaarten versterken. Het nadeel is wel dat je maar 1 mana per beurt tot je beschikking hebt uit de manapool, die wordt weergegeven door een aantal mana-dobbelstenen. De kleuren van de mana in de pool veranderen per beurt, dus je mogelijkheden ook. Gelukkig kun je mana ook 'vangen' in mana crystals, waardoor je ze op elk gewenst moment kan inzetten om je manatotaal te vergroten.
Uiteindelijk is het je doel om, naast het behalen van je missie, onderweg zo veel mogelijk fame te verzamelen. Deze fame verzamel je op alle mogelijke manieren. Van het verslaan van vijanden, het veroveren van locaties, het verzamelen van schatten tot het recruteren van sterke troepen. Lukt het je om in het spel een bepaald aantal fame te halen, dan kun je je karakter levelen met speciale vaardigheden, zodat hij nog sterker wordt. Let onderweg wel op je reputatie, want zomaar plunderend door het land trekken word je niet door iedereen in dank afgenomen. Toch kun je niet alles op je dooie akkertje uitpuzzelen. In de solo versie speelt er een dummyplayer mee, die als een soort tijdklok werkt. Zodra deze dummyplayer door zijn stapel kaarten heen is, eindigt de ronde, ofwel de dag of respectievelijk de nacht. Je hebt een beperkt aantal dagen en nachten tot je beschikking om je doel te halen dus enigszins opschieten moet je wel. Hoe sneller het je lukt om je einddoel te halen, hoe meer fame je natuurlijk weer mag bijschrijven op je eindtotaal. In de multiplayer versie pas je je speeltempo op elkaar aan. Gaat de ander snel door zijn deck heen, dan moet je ook sneller spelen, anders ligt straks aan het eind van de ronde de helft van je actiekaarten nog ongebruikt in je speelstapel. Multiplayer kun je trouwens ook in cooperatieve vorm spelen, waarbij je samen je einddoel nastreeft.
Mage Knight is voor de echte gamer, die houdt van een stevige uitdaging. Het spel bevat verschillende scenarios die elk weer een andere twist aan het spel geven. Zo zorgen die er voor dat elke sessie weer fris en fruitig is. Los van dat alles is de moeilijkheidsgraad hierbij op talloze manieren variabel in te stellen en heb je de keuze uit 4 verschillende karakters, die elk hun specifieke speelstijl hebben. Het spelbord is elke keer weer anders en biedt ook hierin de nodige variatie. Het spel is zo innemend, dat je na een speelsessie weer genoeg stof hebt om na te denken over de volgende. Elke keer dat je het spel speelt voelt het, mede door de de voortreffelijke artwork, daarom als een complete beleving.
Maar is het Ameritrash? Als je een van mijn vorige uiteenzettingen over mijn verkenningen in het Ameritrash genre hebt gelezen, dan weet je dat ik op zoek ben naar spelbeleving. Dat zit in Mage Knight dus wel goed. Wat zeg ik? Mage Knight is een en al spelbeleving, en voldoet hiermee aan al mijn mogelijke wensen. Maar Ameritrash kan ik het spel niet noemen. Mage Knight is een stevig gespierde euro, verpakt in een Ameritrash jasje. Maar dat jasje zit verdorie wel als gegoten!
De Spelmeester
dinsdag 9 april 2013
maandag 24 september 2012
Recensie - Het Dorp
Ik was al een tijdje benieuwd naar Het Dorp van 999 Games. Het spel van auteursduo Markus en Inka Brand heeft dit jaar al verschillende prestigieuze prijzen in de wacht gesleept. Zo won het spel al het Kennerspiel des Jahres 2012 en sleepte het de Deutsche Spiele Preis 2012 in de wacht, en is het in verschillende landen voor het spel van het jaar genomineerd. De verwachtingen waren bij het openen van de doos dus hoog gespannen.
Het spel speelt zich af in een middeleeuws dorp, vandaar de naam. Een thema wat inmiddels toch wel redelijk uitgemolken is. Het Dorp typeert zich als een workerplacement, en ook daar zijn er tegenwoordig 13 van in een dozijn. Dus rijst onmiddelijk de vraag of Het Dorp inhoudelijk voldoende vernieuwend is en terecht deze prijzen in de wacht heeft gesleept, of dat Het Dorp een sippe 14e toevoeging aan het verzadigde dozijn is.
In Het Dorp speel je een familie die in Het Dorp leeft, en waarin de verschillende familieleden zich nuttig maken voor de gemeenschap. Je hebt elke beurt de keuze om de familieleden in te zetten op bepaalde plekken in het dorp. Zo kun je een familielid tot de kerk laten toetreden, een ambacht laten leren, op reis sturen, op de markt handelswaar aan laten bieden of gewoon op eigen land laten werken. Het eigen land is een apart speelbord, waar de thuisboerderij staat en waar voorraden als graan en vee worden opgeslagen.
Aparte spelersborden zijn op zich niets nieuws. We komen ze ook tegen in andere workerplacementspellen als Agricola en Cuba. Wat wel nieuw is is dat op deze borden ook een tijdlijn weergegeven staat. Elke keer dat een familielid er naartoe werkt om iets in zijn leven te bereiken, verstrijkt de tijd. Niemand leeft voor eeuwig, dus zullen deze familieleden op gezette tijden doodgaan. En aan de hand van wat dat betreffende familielid in zijn leven bereikt heeft scoort de familie prestigepunten en wellicht een eervolle vermelding in de annalen van het dorp.
Maar het leven in het dorp gaat door. Na het verdwijnen van de oude garde zal er weer een nieuwe generatie van de familie opstaan en de ladder van onder af aan beklimmen. Zo draait het dorpsleven een aantal generaties door en zullen bepaalde familieleden veel roem vergaren terwijl anderen een anonieme dood zullen sterven. De familie die aan het eind van het spel de meeste prestigepunten heeft verdiend, wint het spel.
Het Dorp speelt vrij intuïtief en loopt soepel. Het speelbord ziet er mooi uit, en thematisch zit het aardig in elkaar. Vooral de tijd die verstrijkt is mooi in het spelverloop verweven. Helaas bevat het spel (zoals zo vaak in eurogames) de welbekende en veel gewraakte houten blokjes. Deze blokjes in verschillende kleuren worden verzameld en weer uitgegeven, maar wat ze thematisch in het spel betekenen mag Joost weten. Zwarte blokjes stellen de pest voor, en als je die pakt, dan ga je direct een tijdstap vooruit. Je moet immers een tijd herstellen van deze ziekte. Dat is dan wel weer aardig gevonden, en biedt een tactische mogelijkheid om je familieleden getimed te laten doodgaan, wat je soms zal willen om iemand eerder in de annalen te doen laten terechtkomen. Dit levert tenslotte meer punten op. Maar tja, iemand bewust vroegtijdig af laten sterven om een aanstaand sterfgeval van een andere hardwerkende familie op die manier af te troeven, vond ik best wel cru.
Het mag de pret niet drukken. Er zijn legio mogelijkheden om punten te scoren en (altijd een goed teken in een spel) je wilt in een beurt altijd meer dan dat je kan. Daardoor stimuleert het spel je om over de lange termijn na te denken en bewuste keuzes te maken. En hierin zit de kracht van het spel. Het spel is zeer gebalanceerd en de eindscores zullen dicht bij elkaar liggen. Dus welke levensroute je ook kiest, het maken van de juiste beslissingen op het juiste moment zullen uiteindelijk de doorslag tot het winnen van het spel geven. Ja, zelfs als daar soms een vroegtijdige euthanasiepoging voor nodig is.
Ik mag hem wel, Het Dorp. Het zit allemaal lekker in elkaar, en het ziet er mooi uit. En toch ontkom ik niet aan dat 13 in een dozijn gevoel. Begrijp me goed, Het Dorp is een volwaardige workerplacement, en zal niet teleurstellen. Een slecht spel is Het Dorp zeker niet, maar is het beter dan de klassiekers als Agricola, Cuba of het Stenen Tijdperk? Is het voldoende anders dan voorgaande spellen? Geeft het een meerwaarde aan je spellencollectie als je bovenstaande toppers al in huis hebt? Hoewel het spel een aantal aardige twists heeft, ben ik toch geneigd om te zeggen van niet. Daarentegen, als je van dit genre houdt, of als je liever een niet te zwaar spel speelt, dan is Het Dorp eerste keuze. Kort gezegd is Het Dorp een hedendaagse, toegankelijke workerplacement en heeft de kracht om te charmeren. En in dat licht is het toch een winnaar.
Het spel speelt zich af in een middeleeuws dorp, vandaar de naam. Een thema wat inmiddels toch wel redelijk uitgemolken is. Het Dorp typeert zich als een workerplacement, en ook daar zijn er tegenwoordig 13 van in een dozijn. Dus rijst onmiddelijk de vraag of Het Dorp inhoudelijk voldoende vernieuwend is en terecht deze prijzen in de wacht heeft gesleept, of dat Het Dorp een sippe 14e toevoeging aan het verzadigde dozijn is.
In Het Dorp speel je een familie die in Het Dorp leeft, en waarin de verschillende familieleden zich nuttig maken voor de gemeenschap. Je hebt elke beurt de keuze om de familieleden in te zetten op bepaalde plekken in het dorp. Zo kun je een familielid tot de kerk laten toetreden, een ambacht laten leren, op reis sturen, op de markt handelswaar aan laten bieden of gewoon op eigen land laten werken. Het eigen land is een apart speelbord, waar de thuisboerderij staat en waar voorraden als graan en vee worden opgeslagen.
Aparte spelersborden zijn op zich niets nieuws. We komen ze ook tegen in andere workerplacementspellen als Agricola en Cuba. Wat wel nieuw is is dat op deze borden ook een tijdlijn weergegeven staat. Elke keer dat een familielid er naartoe werkt om iets in zijn leven te bereiken, verstrijkt de tijd. Niemand leeft voor eeuwig, dus zullen deze familieleden op gezette tijden doodgaan. En aan de hand van wat dat betreffende familielid in zijn leven bereikt heeft scoort de familie prestigepunten en wellicht een eervolle vermelding in de annalen van het dorp.
Maar het leven in het dorp gaat door. Na het verdwijnen van de oude garde zal er weer een nieuwe generatie van de familie opstaan en de ladder van onder af aan beklimmen. Zo draait het dorpsleven een aantal generaties door en zullen bepaalde familieleden veel roem vergaren terwijl anderen een anonieme dood zullen sterven. De familie die aan het eind van het spel de meeste prestigepunten heeft verdiend, wint het spel.
Het Dorp speelt vrij intuïtief en loopt soepel. Het speelbord ziet er mooi uit, en thematisch zit het aardig in elkaar. Vooral de tijd die verstrijkt is mooi in het spelverloop verweven. Helaas bevat het spel (zoals zo vaak in eurogames) de welbekende en veel gewraakte houten blokjes. Deze blokjes in verschillende kleuren worden verzameld en weer uitgegeven, maar wat ze thematisch in het spel betekenen mag Joost weten. Zwarte blokjes stellen de pest voor, en als je die pakt, dan ga je direct een tijdstap vooruit. Je moet immers een tijd herstellen van deze ziekte. Dat is dan wel weer aardig gevonden, en biedt een tactische mogelijkheid om je familieleden getimed te laten doodgaan, wat je soms zal willen om iemand eerder in de annalen te doen laten terechtkomen. Dit levert tenslotte meer punten op. Maar tja, iemand bewust vroegtijdig af laten sterven om een aanstaand sterfgeval van een andere hardwerkende familie op die manier af te troeven, vond ik best wel cru.
Het mag de pret niet drukken. Er zijn legio mogelijkheden om punten te scoren en (altijd een goed teken in een spel) je wilt in een beurt altijd meer dan dat je kan. Daardoor stimuleert het spel je om over de lange termijn na te denken en bewuste keuzes te maken. En hierin zit de kracht van het spel. Het spel is zeer gebalanceerd en de eindscores zullen dicht bij elkaar liggen. Dus welke levensroute je ook kiest, het maken van de juiste beslissingen op het juiste moment zullen uiteindelijk de doorslag tot het winnen van het spel geven. Ja, zelfs als daar soms een vroegtijdige euthanasiepoging voor nodig is.
Ik mag hem wel, Het Dorp. Het zit allemaal lekker in elkaar, en het ziet er mooi uit. En toch ontkom ik niet aan dat 13 in een dozijn gevoel. Begrijp me goed, Het Dorp is een volwaardige workerplacement, en zal niet teleurstellen. Een slecht spel is Het Dorp zeker niet, maar is het beter dan de klassiekers als Agricola, Cuba of het Stenen Tijdperk? Is het voldoende anders dan voorgaande spellen? Geeft het een meerwaarde aan je spellencollectie als je bovenstaande toppers al in huis hebt? Hoewel het spel een aantal aardige twists heeft, ben ik toch geneigd om te zeggen van niet. Daarentegen, als je van dit genre houdt, of als je liever een niet te zwaar spel speelt, dan is Het Dorp eerste keuze. Kort gezegd is Het Dorp een hedendaagse, toegankelijke workerplacement en heeft de kracht om te charmeren. En in dat licht is het toch een winnaar.
vrijdag 20 juli 2012
Expeditie Ameritrash - Talisman
Mijn verkenning van het Ameritrash-genre begint bij Talisman. Een speler uit mijn spellengroepje nodigde mij bij hem thuis uit om met een aantal andere fanaten dit varkentje eens te komen wassen. Er was daarvoor een complete zondag ingeruimd want, zo werd mij verteld, het zou wel eens een lange zit kunnen gaan worden. Nu schrik ik daar persoonlijk niet zo van, dus nam ik de uitnodiging met beide handen aan, en stapte ik die betreffende zondag goedgemutst op de fiets op weg naar een nieuwe ontdekking op mijn expeditie.
Mijn eerste indruk toen ik het spel zag liggen was...WOW!!... Daar lag Talisman fourth edition, inclusief uitbreidingen The Dungeon, The Reaper, The Frostmarch, The Highland en The Dragon in al zijn glorie over 2 tafels uitgespreid. Een centraal spelbord, 2 zijborden, verschillende stapels kaarten elk zo groot als mijn complete Munchkin verzameling, fisches, counters, plastic figuurtjes, dobbelstenen... Man, dit kon inderdaad wel eens een lange zit gaan worden! Gelukkig had ik de instructiefilmpjes van Nox's Spellenzolder uitvoerig bestudeerd en kende ik in ieder geval de bedoeling van het basisspel. Het enige wat me nog uitgelegd moest worden waren de uitbreidingen. Ik ging er maar even voor zitten.
Tegen verwachting in bleek dit niet eens zo superingewikkeld te zijn, dus mocht ik snel mijn karakter kiezen. Want ja, in Talisman speel je een karakter, in Fantasy-stijl, die een avontuur gaat beleven. Ongeveer standaard Ameritrash dus. Het doel van het te beleven avontuur was in ons geval zo sterk te worden dat je de drakenkoning kon verslaan die het midden van het spelbord tot zijn thuis had gemaakt. Maar, wilde je wat anders, zeg, een tripje naar de Highlands maken, dan was dat ook prima hoor. En mocht je onverhoopt ergens onderweg sterven, dan begin je toch gewoon een nieuw avontuur met een ander karakter? De keuze is aan u.
Ok, eerst maar eens een karakter kiezen dan. Ik kreeg een stapel karakterkaarten in mijn handen waar qua aantal kaarten een gemiddeld magic-deck ongeveer 3x in past. Hmm, uitkiezen werd dus maar gewoon schudden en at random eentje pakken. En... wat een geluk, ik transformeerde in een beeldschone priesteres.
Talisman is eigenlijk gewoon ganzenborden (je hebt gelijk Nox!). Je gooit een dobbelsteen en mag het aantal geworpen ogen vooruit op het spelbord. Je komt op een vakje, en doet wat er op het vakje staat. Dat is 9 van de 10 keer hetzelfde: trek een avonturenkaart. Tot nu toe vrij simpel en straightforward. Maar dan slaat het (nood)lot genadeloos toe. Er kan alles, echt van alles met je karakter gebeuren. Of je nu wil of niet, er staat ineens een monster voor je neus of je valt in een gat en komt in een kerker terecht, of je wordt bestolen van al je goud. Verzin het maar. Je hebt dus totaal geen invloed op wat er met je gaat gebeuren. Enige planning is dan ook niet te maken, en over tactische keuzes zullen we al helemaal maar zwijgen. Zelfs met ganzenborden is nog beter in te schatten wat je te wachten staat. En of dat nog niet genoeg is, wordt er ook nog eens met de dobbelsteen gegooid om een bepaalde uitkomst te genereren. Niets autonomie, Koning Willekeur regeert!
Als ik in een recensie lees dat ik als speler totaal geen invloed heb op het verloop van het spel, dan haak ik meestal direct af. De tacticus in me stribbelt tegen. Bij Talisman is dat ook zo. De totale randomness is iets waar ik (en veel spelers met mij) niet tegen kan. Ik vond dat dus ook echt een minpunt. Het leidde die zondag zelfs regelmatig tot welgemeende frustratie. Weer een 1, tsjongejonge, ongelofelijk, weer een kracht 10 draak... Nee, hoe kun jij nou elke keer wel een zes gooien en ik niet!!! Het zal mij niet verbazen dat menig potje Talisman uitgemond is in het overgefrustreerd weglopen van 1 of meerdere spelers, met het nodige smijt en vliegwerk van onschuldig spelmateriaal op de koop toe.
Bij ons liep het niet zo hard die zondag, maar stak een ander berucht fenomeen de kop op. Het runaway-leadersyndroom. Een van mijn medespelers werd zo sterk, dat niets of niemand hem nog kon tegenhouden. Op zijn dooie akkertje doorliep hij het spel en wist met ruime voorsprong het spel te winnen. Wij, als overige spelers kwamen niet eens in de buurt. Ook hier staat geluk en willekeur aan de basis. Je zal maar een item vinden die je aanvalskracht tegen draken verdubbelt, terwijl je toevallig net alleen maar draken tegenkomt in het spel. Je wint, wordt sterker, wint het volgende gevecht makkelijker, wordt weer sterker, waardoor je het volgende gevecht ook makkelijk wint en ga zo maar door. Een positief soort sneeuwbaleffect zeg maar. Voor de gelukkige vinder dan. Het komt voor de overige spelers niet ten goede aan de spelbeleving. Ok, winnen gaan we niet meer, dan maar voor de 'lol' die kerker in, is ook niet echt dat je zegt van 'yeah!'.
Toch heb ik van deze zondag genoten. Ondanks de bovengenoemde minpunten, heeft Talisman me wel gesmaakt. Ik denk dat vooral de grootsheid, het epische me aantrok. Het 'spel' Talisman krijgt van mij een dikke onvoldoende. Het is de beleving die Talisman te pruimen maakt. En is dat niet net precies waar ik naar op zoek was? De beleving, de sfeer, de fantasie? Ja, maar toch blijft de nasmaak van het spelaspect hangen. Speelbeleving? Ja. Maar het is gewoon geen spel. Geen keuzes, geen tactiek. Het is het volgen van de dobbelsteen. Mens-erger-je-niet.
Wil ik Talisman nog een keer spelen? Ja. Sterker nog, ik kijk al weer uit naar de volgende keer. Maar niet volgende week. Of zelfs volgende maand. Nee, 2x per jaar is zo'n beetje wel genoeg. Talisman is net sushi. Je kijkt er bij de reservering geweldig naar uit, maar als je het restaurant uitloopt, heb je voorlopig genoeg gehad.
Mijn eerste indruk toen ik het spel zag liggen was...WOW!!... Daar lag Talisman fourth edition, inclusief uitbreidingen The Dungeon, The Reaper, The Frostmarch, The Highland en The Dragon in al zijn glorie over 2 tafels uitgespreid. Een centraal spelbord, 2 zijborden, verschillende stapels kaarten elk zo groot als mijn complete Munchkin verzameling, fisches, counters, plastic figuurtjes, dobbelstenen... Man, dit kon inderdaad wel eens een lange zit gaan worden! Gelukkig had ik de instructiefilmpjes van Nox's Spellenzolder uitvoerig bestudeerd en kende ik in ieder geval de bedoeling van het basisspel. Het enige wat me nog uitgelegd moest worden waren de uitbreidingen. Ik ging er maar even voor zitten.
Tegen verwachting in bleek dit niet eens zo superingewikkeld te zijn, dus mocht ik snel mijn karakter kiezen. Want ja, in Talisman speel je een karakter, in Fantasy-stijl, die een avontuur gaat beleven. Ongeveer standaard Ameritrash dus. Het doel van het te beleven avontuur was in ons geval zo sterk te worden dat je de drakenkoning kon verslaan die het midden van het spelbord tot zijn thuis had gemaakt. Maar, wilde je wat anders, zeg, een tripje naar de Highlands maken, dan was dat ook prima hoor. En mocht je onverhoopt ergens onderweg sterven, dan begin je toch gewoon een nieuw avontuur met een ander karakter? De keuze is aan u.
Ok, eerst maar eens een karakter kiezen dan. Ik kreeg een stapel karakterkaarten in mijn handen waar qua aantal kaarten een gemiddeld magic-deck ongeveer 3x in past. Hmm, uitkiezen werd dus maar gewoon schudden en at random eentje pakken. En... wat een geluk, ik transformeerde in een beeldschone priesteres.
Talisman is eigenlijk gewoon ganzenborden (je hebt gelijk Nox!). Je gooit een dobbelsteen en mag het aantal geworpen ogen vooruit op het spelbord. Je komt op een vakje, en doet wat er op het vakje staat. Dat is 9 van de 10 keer hetzelfde: trek een avonturenkaart. Tot nu toe vrij simpel en straightforward. Maar dan slaat het (nood)lot genadeloos toe. Er kan alles, echt van alles met je karakter gebeuren. Of je nu wil of niet, er staat ineens een monster voor je neus of je valt in een gat en komt in een kerker terecht, of je wordt bestolen van al je goud. Verzin het maar. Je hebt dus totaal geen invloed op wat er met je gaat gebeuren. Enige planning is dan ook niet te maken, en over tactische keuzes zullen we al helemaal maar zwijgen. Zelfs met ganzenborden is nog beter in te schatten wat je te wachten staat. En of dat nog niet genoeg is, wordt er ook nog eens met de dobbelsteen gegooid om een bepaalde uitkomst te genereren. Niets autonomie, Koning Willekeur regeert!
Als ik in een recensie lees dat ik als speler totaal geen invloed heb op het verloop van het spel, dan haak ik meestal direct af. De tacticus in me stribbelt tegen. Bij Talisman is dat ook zo. De totale randomness is iets waar ik (en veel spelers met mij) niet tegen kan. Ik vond dat dus ook echt een minpunt. Het leidde die zondag zelfs regelmatig tot welgemeende frustratie. Weer een 1, tsjongejonge, ongelofelijk, weer een kracht 10 draak... Nee, hoe kun jij nou elke keer wel een zes gooien en ik niet!!! Het zal mij niet verbazen dat menig potje Talisman uitgemond is in het overgefrustreerd weglopen van 1 of meerdere spelers, met het nodige smijt en vliegwerk van onschuldig spelmateriaal op de koop toe.
Bij ons liep het niet zo hard die zondag, maar stak een ander berucht fenomeen de kop op. Het runaway-leadersyndroom. Een van mijn medespelers werd zo sterk, dat niets of niemand hem nog kon tegenhouden. Op zijn dooie akkertje doorliep hij het spel en wist met ruime voorsprong het spel te winnen. Wij, als overige spelers kwamen niet eens in de buurt. Ook hier staat geluk en willekeur aan de basis. Je zal maar een item vinden die je aanvalskracht tegen draken verdubbelt, terwijl je toevallig net alleen maar draken tegenkomt in het spel. Je wint, wordt sterker, wint het volgende gevecht makkelijker, wordt weer sterker, waardoor je het volgende gevecht ook makkelijk wint en ga zo maar door. Een positief soort sneeuwbaleffect zeg maar. Voor de gelukkige vinder dan. Het komt voor de overige spelers niet ten goede aan de spelbeleving. Ok, winnen gaan we niet meer, dan maar voor de 'lol' die kerker in, is ook niet echt dat je zegt van 'yeah!'.
Toch heb ik van deze zondag genoten. Ondanks de bovengenoemde minpunten, heeft Talisman me wel gesmaakt. Ik denk dat vooral de grootsheid, het epische me aantrok. Het 'spel' Talisman krijgt van mij een dikke onvoldoende. Het is de beleving die Talisman te pruimen maakt. En is dat niet net precies waar ik naar op zoek was? De beleving, de sfeer, de fantasie? Ja, maar toch blijft de nasmaak van het spelaspect hangen. Speelbeleving? Ja. Maar het is gewoon geen spel. Geen keuzes, geen tactiek. Het is het volgen van de dobbelsteen. Mens-erger-je-niet.
Wil ik Talisman nog een keer spelen? Ja. Sterker nog, ik kijk al weer uit naar de volgende keer. Maar niet volgende week. Of zelfs volgende maand. Nee, 2x per jaar is zo'n beetje wel genoeg. Talisman is net sushi. Je kijkt er bij de reservering geweldig naar uit, maar als je het restaurant uitloopt, heb je voorlopig genoeg gehad.
vrijdag 6 juli 2012
Expeditie Ameritrash - Proloog
Nederland hoort bij Europa. Dat is duidelijk. Het is dus niet zo gek dat we in Nederland dan ook voornamelijk eurogames spelen. Kort gezegd zijn eurogames bordspellen waarbij er tactisch, zonder dobbelstenen, met gekleurde blokjes, over een al dan niet gezamenlijk speelbord heen en weer geschoven wordt, met als doel om zoveel mogelijk overwinningspunten te verzamelen. Wat die blokjes voorstellen, kan nogal eens verschillen. De ene keer zijn het boomstammen, de andere keer schapen, dan weer ridders of tenslotte zelfs circusbenodigdheden. Het thema kun je wisselen, maar blokjes blijven blokjes.
Uiteraard is dit kort door de bocht. Het is maar even voor uw beeldvorming. Het gaat er om dat deze eurogames zijn bedacht door Europese spellenontwerpers. Vandaar ook de naam eurogames. Een betere naam zou eigenlijk germangames zijn, want van de Europese spellenontwerpers heeft zeker de helft de Duitse nationaliteit. En aangezien wij weer een buurlandje van Duitsland zijn, is het niet zo gek dat we in Nederland dus dan ook voornamelijk eurogames spelen. Toch?
Waarom, vraag ik me af, werd ik dan op 10 jarige leeftijd voor het eerst verliefd op een bordspel genaamd Starquest?
Natuurlijk, het was 1991, jaren voordat de Kolonisten van Catan de wereld zouden veroveren, en de standaard voor de nieuwe generatie eurogames zette, maar toch... Starquest? Starquest is namelijk helemaal geen eurogame. Bij verre na zelfs. Eerder het tegenovergestelde. Wat dan wel? Nou dit: een duidelijk gevalletje ameritrash. Hoewel dit in eerste instantie misschien negatief klinkt (en ook zo bedoeld was) is dit heden ten dage de algemeen geaccepteerde term voor spellen waarin je een held bent, een rol speelt, een miniatuurtje hebt, thematische avonturen beleeft en vooral ook veel met dobbelstenen gooit.
Starquest, ik kreeg het voor mijn verjaardag van mijn ouders, die totaal geen verstand van spelletjes hadden. Maar wat sloegen ze toen onwetend de spijker op de kop. Ik heb 's avonds in mijn bed, uren en uren in het spelregelboekje gelezen. Er zat zelfs een apart scenario-boekje bij! Er werd dan een verhaal verteld, en ik zou in dat verhaal gaan spelen, en dan gaan beslissen wat de uitkomst van het verhaal zou worden. Zou het goed aflopen? Of slecht? Dat hing dus van mij af. En... je kon de slechte spelen. De slechte! Ik weet nog dat ik dat geweldig vond. Ik was de slechte, de overlord, de dungeonmaster, de spelmeester! Maar vooral omdat ik dan veel verschillende miniatuurtjes had, met allerlei verschillende statistiekjes, die allerlei verschillende dingen konden doen, die ik allerlei verschillende dingen kon laten doen...
Ik geloof dat ik nooit scenario 1 heb uitgespeeld. Op de een of andere manier snapten de andere kinderen er niks van, of het duurde te lang, of er was niemand die net zo bezeten was van dit spel als ik, om het mee te spelen... Ik meen me zelfs te herinneren dat ik ooit een parodie op het spel heb gezien of gelezen, waarin het spel uit de doeken werd gedaan als vaag en onbegrijpelijk. Wat misschien ook wel zo was. Toch heb ik het spel in mijn hoofd honderd keer gespeeld. Ik heb tactieken bedacht, space-marine admiraals uitgeschakeld en grootse overwinningen behaald. En daar is het bij gebleven.
Want in de jaren daarna kwam de eurogame op. En ben ik eurogames gaan spelen. Niets mis mee. Goede en vooral ook leuke spellen, die ik nog steeds met veel plezier speel. Maar zo verliefd als ik was op Starquest, ben ik nooit meer op een spel geweest. Nou vooruit, misschien op Agricola dan... in het begin, maar dan toch zeker minder heftig.
Ik wil die liefde terug. Dat ultieme ameritrash gevoel. Ik heb in mijn puberjaren nog eens een zijstapje naar Warhammer gemaakt. Ik ontdekte toen dat ik het fantasy-thema nog geweldiger vond dan het space-thema. Maar het was te duur, en altijd maar dat verrekte schilderen. En ook met Warhammer kwam het tot een echte battle nooit.
Ik wil die liefde terug. En ik wil die liefde spelen. Dus ga ik met dit blog op een zoektocht. Een expeditie. Een ontdekkingstocht naar ander, nieuw, ameritrash. Ik wil ontdekken wat mijn interesse wekte voor Starquest. Ik wil ontdekken op welke spellen ik verliefd zou worden als ik nu, anno 2012, 10 jaar oud zou zijn. En ik neem jullie mee.
Uiteraard is dit kort door de bocht. Het is maar even voor uw beeldvorming. Het gaat er om dat deze eurogames zijn bedacht door Europese spellenontwerpers. Vandaar ook de naam eurogames. Een betere naam zou eigenlijk germangames zijn, want van de Europese spellenontwerpers heeft zeker de helft de Duitse nationaliteit. En aangezien wij weer een buurlandje van Duitsland zijn, is het niet zo gek dat we in Nederland dus dan ook voornamelijk eurogames spelen. Toch?
Waarom, vraag ik me af, werd ik dan op 10 jarige leeftijd voor het eerst verliefd op een bordspel genaamd Starquest?
Natuurlijk, het was 1991, jaren voordat de Kolonisten van Catan de wereld zouden veroveren, en de standaard voor de nieuwe generatie eurogames zette, maar toch... Starquest? Starquest is namelijk helemaal geen eurogame. Bij verre na zelfs. Eerder het tegenovergestelde. Wat dan wel? Nou dit: een duidelijk gevalletje ameritrash. Hoewel dit in eerste instantie misschien negatief klinkt (en ook zo bedoeld was) is dit heden ten dage de algemeen geaccepteerde term voor spellen waarin je een held bent, een rol speelt, een miniatuurtje hebt, thematische avonturen beleeft en vooral ook veel met dobbelstenen gooit.
Starquest, ik kreeg het voor mijn verjaardag van mijn ouders, die totaal geen verstand van spelletjes hadden. Maar wat sloegen ze toen onwetend de spijker op de kop. Ik heb 's avonds in mijn bed, uren en uren in het spelregelboekje gelezen. Er zat zelfs een apart scenario-boekje bij! Er werd dan een verhaal verteld, en ik zou in dat verhaal gaan spelen, en dan gaan beslissen wat de uitkomst van het verhaal zou worden. Zou het goed aflopen? Of slecht? Dat hing dus van mij af. En... je kon de slechte spelen. De slechte! Ik weet nog dat ik dat geweldig vond. Ik was de slechte, de overlord, de dungeonmaster, de spelmeester! Maar vooral omdat ik dan veel verschillende miniatuurtjes had, met allerlei verschillende statistiekjes, die allerlei verschillende dingen konden doen, die ik allerlei verschillende dingen kon laten doen...
Ik geloof dat ik nooit scenario 1 heb uitgespeeld. Op de een of andere manier snapten de andere kinderen er niks van, of het duurde te lang, of er was niemand die net zo bezeten was van dit spel als ik, om het mee te spelen... Ik meen me zelfs te herinneren dat ik ooit een parodie op het spel heb gezien of gelezen, waarin het spel uit de doeken werd gedaan als vaag en onbegrijpelijk. Wat misschien ook wel zo was. Toch heb ik het spel in mijn hoofd honderd keer gespeeld. Ik heb tactieken bedacht, space-marine admiraals uitgeschakeld en grootse overwinningen behaald. En daar is het bij gebleven.
Want in de jaren daarna kwam de eurogame op. En ben ik eurogames gaan spelen. Niets mis mee. Goede en vooral ook leuke spellen, die ik nog steeds met veel plezier speel. Maar zo verliefd als ik was op Starquest, ben ik nooit meer op een spel geweest. Nou vooruit, misschien op Agricola dan... in het begin, maar dan toch zeker minder heftig.
Ik wil die liefde terug. Dat ultieme ameritrash gevoel. Ik heb in mijn puberjaren nog eens een zijstapje naar Warhammer gemaakt. Ik ontdekte toen dat ik het fantasy-thema nog geweldiger vond dan het space-thema. Maar het was te duur, en altijd maar dat verrekte schilderen. En ook met Warhammer kwam het tot een echte battle nooit.
Ik wil die liefde terug. En ik wil die liefde spelen. Dus ga ik met dit blog op een zoektocht. Een expeditie. Een ontdekkingstocht naar ander, nieuw, ameritrash. Ik wil ontdekken wat mijn interesse wekte voor Starquest. Ik wil ontdekken op welke spellen ik verliefd zou worden als ik nu, anno 2012, 10 jaar oud zou zijn. En ik neem jullie mee.
zondag 24 juni 2012
De aftrap- bordspel K2
Aanschouw! Een vers nieuw blog over de wereld van het bordspel!
Mijn naam is Roel Brouwer en ik zal op dit plekje mijn belevenissen en ervaringen in bordspellenland met de wijde wereld delen. Als eigenaar van webwinkel De Spelmeester, zit ik dicht bij het vuur wat betreft trends en nieuwtjes en daarnaast speel ik, als groot liefhebber, regelmatig zelf een spelletje. Ik ben gezegend met een leuke vaste spelersgroep, waarmee ik eens in de twee weken samenkom om die broodnodige speelminuten te maken. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik zo kennisgemaakt met veel verschillende spellen en is mijn liefde voor het bordspel alleen maar groter geworden!
Maar genoeg over mij. Bordspellen, daar gaat dit blog over. En het eerste bordspel dat ik wil belichten is K2 van White Goblin Games. Het spel is onlangs in Duitsland genomineerd voor het Kennerspiel des Jahres, een jaarlijkse spellenprijs voor het uitdagende bordspel voor veelspelers of expertspelers. Dit zijn spelers die helemaal into de hobby zijn en niet vies zijn van een langduriger bordspel waar enig strategisch en tactisch denkwerk vereist is. K2 is daarnaast ook genomineerd geweest voor de Nederlandse Spellenprijs 2011, waarin het spel het toen af heeft moeten leggen tegen winnaar Hanzesteden.
Voor mij was het spel een beetje onder de radar blijven vliegen, want tja, bergbeklimmen... daar heb ik nou als thema niet 1, 2, 3 meteen iets mee. En hoewel ik wist dat het spel in 2011 al genomineerd was, werd niet meteen de interne interesse gewekt. Ook op internet bleven de reacties beperkt, hoewel het meerendeel positief was. K2 bleef voor mij dus een grote onbekende. Tot een speler uit onze spelersgroep besloot om het spel aan te schaffen en het afgelopen spellenavond op tafel zette.
K2 is in feite een racespel waarbij je je team van 2 bergbeklimmers naar de top van de berg stuurt. Ze moeten daarbij 18 dagen (rondes) in leven blijven. Dat krijg je voor elkaar door kaarten te spelen waarmee de klimmers conditie kunnen opbouwen. Hoe hoger op de berg, hoe meer conditie dat kost. Of dat al niet lastig genoeg is moet er ook rekening worden gehouden met zware weersomstandigheden, die ook een aanslag plegen op de conditie. Wie met zijn klimmers het hoogst komt, en bovenal de tocht met beide klimmers overleefd, wint het spel.
We besloten het spel op het beginnersniveau te spelen: makkelijke kant van het bord en de set met goed-weerkaarten. Het spel begon rustig en kabbelde ook rustig voort. Geen van de klimmers kwamen echt in gevaar, totdat een paar slechte kaarten roet in het eten gooide en ik een klimmer verloor. Voor mij was toen het spel niet meer te winnen, hoe hoog ik met mijn andere klimmer ook kwam. Dit viel mij toch een beetje tegen. Kijk, slechte kaarten, dat kan gebeuren, maar in een typisch expertspel kun je die pech toch met tactiek nog redelijk compenseren. Hier had ik geen schijn van kans en verloor dan ook roemloos.
Zoals gezegd was dit op het beginnersniveau, en als je daar al voor een groot gedeelte van geluk afhankelijk bent, zal dat op het zwaardere niveau nog meer gaan opbreken. Natuurlijk hebben andere spelers ook met die geluksfactor te maken, dus dan zou je kunnen zeggen dat het dan misschien alsnog om tactiek gaat. Toch vind ik dat K2 voor een expertspel dan te weinig biedt. De beslissingen die ik moest maken lagen vaak voor de hand en er waren te weinig opties om een verrassende move te maken of op een andere manier de overwinning binnen te halen. Sterker nog, ik werd door het spel vroegtijdig uitgeschakeld.
Ander punt was de spelersinteractie. Je speelt samen op een bord, maar bent vooral met jezelf bezig. Dat op de top maar ruimte is voor 1 klimmer per vakje, voegde qua tactiek en spelersinteractie niets toe. Ook hier verwacht ik van een expertspel meer. Directe confrontatie of de mogelijkheid om elkaar in ieder geval op een tactische manier dwars te kunnen zitten. Het ontbrak in ons potje K2.
Een expertspel vind ik K2 dus vooralsnog niet. Ik zie nog niet in hoe het spel uitdagend kan worden op een moeilijker niveau. De beslissingen worden eerder eenvoudiger. Je moet meer risico gaan nemen (of juist niet), hoe groter dus de kans is dat je door pech het spel verliest, of door geluk het spel wint. Nogmaals: een beetje pech en geluk hoort bij het spelen van een spel, het maakt het naar mijn mening zelfs leuker, maar in K2 vond ik deze factor te overheersend voor een spel in deze categorie.
Nu heb ik K2 nog maar 1 keer gespeeld, en wil het graag nog eens op een moeilijker niveau spelen, om te kijken of mijn aanname van hierboven correct is. Misschien dat ik dan beter snap dat het spel genomineerd is als Kennersspiel, want nu snap ik dat eigenlijk totaal niet. Ik zou K2, zoals ik het nu heb gespeeld en met bovenstaande hersenspinsels in gedachten, plaatsen in de middencategorie. Niet moeilijk, niet makkelijk, vlotjes te leren en spelen. Gewoon een lekker hapje, maar niet bijzonder. Misschien dat met de uitbreiding van K2: Broad Peak erbij, het spel wel naar een hoger niveau getrokken wordt, maar dat is iets wat de toekomst uit zal moeten wijzen.
Mijn naam is Roel Brouwer en ik zal op dit plekje mijn belevenissen en ervaringen in bordspellenland met de wijde wereld delen. Als eigenaar van webwinkel De Spelmeester, zit ik dicht bij het vuur wat betreft trends en nieuwtjes en daarnaast speel ik, als groot liefhebber, regelmatig zelf een spelletje. Ik ben gezegend met een leuke vaste spelersgroep, waarmee ik eens in de twee weken samenkom om die broodnodige speelminuten te maken. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik zo kennisgemaakt met veel verschillende spellen en is mijn liefde voor het bordspel alleen maar groter geworden!
Maar genoeg over mij. Bordspellen, daar gaat dit blog over. En het eerste bordspel dat ik wil belichten is K2 van White Goblin Games. Het spel is onlangs in Duitsland genomineerd voor het Kennerspiel des Jahres, een jaarlijkse spellenprijs voor het uitdagende bordspel voor veelspelers of expertspelers. Dit zijn spelers die helemaal into de hobby zijn en niet vies zijn van een langduriger bordspel waar enig strategisch en tactisch denkwerk vereist is. K2 is daarnaast ook genomineerd geweest voor de Nederlandse Spellenprijs 2011, waarin het spel het toen af heeft moeten leggen tegen winnaar Hanzesteden.
Voor mij was het spel een beetje onder de radar blijven vliegen, want tja, bergbeklimmen... daar heb ik nou als thema niet 1, 2, 3 meteen iets mee. En hoewel ik wist dat het spel in 2011 al genomineerd was, werd niet meteen de interne interesse gewekt. Ook op internet bleven de reacties beperkt, hoewel het meerendeel positief was. K2 bleef voor mij dus een grote onbekende. Tot een speler uit onze spelersgroep besloot om het spel aan te schaffen en het afgelopen spellenavond op tafel zette.
K2 is in feite een racespel waarbij je je team van 2 bergbeklimmers naar de top van de berg stuurt. Ze moeten daarbij 18 dagen (rondes) in leven blijven. Dat krijg je voor elkaar door kaarten te spelen waarmee de klimmers conditie kunnen opbouwen. Hoe hoger op de berg, hoe meer conditie dat kost. Of dat al niet lastig genoeg is moet er ook rekening worden gehouden met zware weersomstandigheden, die ook een aanslag plegen op de conditie. Wie met zijn klimmers het hoogst komt, en bovenal de tocht met beide klimmers overleefd, wint het spel.
We besloten het spel op het beginnersniveau te spelen: makkelijke kant van het bord en de set met goed-weerkaarten. Het spel begon rustig en kabbelde ook rustig voort. Geen van de klimmers kwamen echt in gevaar, totdat een paar slechte kaarten roet in het eten gooide en ik een klimmer verloor. Voor mij was toen het spel niet meer te winnen, hoe hoog ik met mijn andere klimmer ook kwam. Dit viel mij toch een beetje tegen. Kijk, slechte kaarten, dat kan gebeuren, maar in een typisch expertspel kun je die pech toch met tactiek nog redelijk compenseren. Hier had ik geen schijn van kans en verloor dan ook roemloos.
Zoals gezegd was dit op het beginnersniveau, en als je daar al voor een groot gedeelte van geluk afhankelijk bent, zal dat op het zwaardere niveau nog meer gaan opbreken. Natuurlijk hebben andere spelers ook met die geluksfactor te maken, dus dan zou je kunnen zeggen dat het dan misschien alsnog om tactiek gaat. Toch vind ik dat K2 voor een expertspel dan te weinig biedt. De beslissingen die ik moest maken lagen vaak voor de hand en er waren te weinig opties om een verrassende move te maken of op een andere manier de overwinning binnen te halen. Sterker nog, ik werd door het spel vroegtijdig uitgeschakeld.
Ander punt was de spelersinteractie. Je speelt samen op een bord, maar bent vooral met jezelf bezig. Dat op de top maar ruimte is voor 1 klimmer per vakje, voegde qua tactiek en spelersinteractie niets toe. Ook hier verwacht ik van een expertspel meer. Directe confrontatie of de mogelijkheid om elkaar in ieder geval op een tactische manier dwars te kunnen zitten. Het ontbrak in ons potje K2.
Een expertspel vind ik K2 dus vooralsnog niet. Ik zie nog niet in hoe het spel uitdagend kan worden op een moeilijker niveau. De beslissingen worden eerder eenvoudiger. Je moet meer risico gaan nemen (of juist niet), hoe groter dus de kans is dat je door pech het spel verliest, of door geluk het spel wint. Nogmaals: een beetje pech en geluk hoort bij het spelen van een spel, het maakt het naar mijn mening zelfs leuker, maar in K2 vond ik deze factor te overheersend voor een spel in deze categorie.
Nu heb ik K2 nog maar 1 keer gespeeld, en wil het graag nog eens op een moeilijker niveau spelen, om te kijken of mijn aanname van hierboven correct is. Misschien dat ik dan beter snap dat het spel genomineerd is als Kennersspiel, want nu snap ik dat eigenlijk totaal niet. Ik zou K2, zoals ik het nu heb gespeeld en met bovenstaande hersenspinsels in gedachten, plaatsen in de middencategorie. Niet moeilijk, niet makkelijk, vlotjes te leren en spelen. Gewoon een lekker hapje, maar niet bijzonder. Misschien dat met de uitbreiding van K2: Broad Peak erbij, het spel wel naar een hoger niveau getrokken wordt, maar dat is iets wat de toekomst uit zal moeten wijzen.
vrijdag 22 juni 2012
Bordspellen
Op dit blog zal ik mijn vele bordspelbelevingen delen met jullie. Je kunt van mij de allernieuwste nieuwtjes, spellenuitleg, informatie en tips verwachten.
Ik ben een echte bordspellenliefhebber en heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Dit jaar ben ik trotse eigenaar van een webwinkel geworden en verkoop diverse bordspellen voor volwassenen en kinderen. Ik vind het leuk om spellen uit te leggen, nieuwe spellen te onderzoeken en mensen warm te maken voor een bordspel. Ik hoop dit ook te kunnen bereiken met dit blog, want wat is er nou gezelliger dan een avondje bordspellen spelen?!?
Ik ben een echte bordspellenliefhebber en heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Dit jaar ben ik trotse eigenaar van een webwinkel geworden en verkoop diverse bordspellen voor volwassenen en kinderen. Ik vind het leuk om spellen uit te leggen, nieuwe spellen te onderzoeken en mensen warm te maken voor een bordspel. Ik hoop dit ook te kunnen bereiken met dit blog, want wat is er nou gezelliger dan een avondje bordspellen spelen?!?
Abonneren op:
Posts (Atom)